02/mei/16

Jij bent, dus ik ben.

Jij bent, dus ik ben.

Ik schrijf een stuk voor een organisatie.
Naarmate ik aan het schrijven ben brengt mijn geest me
op ongelofelijke plaatsen in mijn brein.
Verwonder me, verwonder me over de schijnbaar onuitputtelijke
hoeveelheid kennis en wetenschap.
Hoe te kanaliseren in voor “normale” mensen begrijpelijke taal?
En zou ik me eigenlijk moeten afvragen,
waarheen leidt dat?
Zijn mijn hersenkronkels van enig belang?
Voor mij, de lezer?
Maak ik mezelf iets wijs door te denken dat ik weet.
En weet ik eigenlijk gewoon niets.
Als of er iemand over mijn schouder meekijkt.
Met zo’n bedenkelijk vermanend vingertje.
Vele hoog opgeleide wetenschappers en ik, ik peuter wat in de marge.
Met als enig wetenschappelijk bewijs mezelf.
Slechts een allegaartje van opgedane indrukken.
Nee ik word niet uitgenodigd op symposia.
Waarom ook, slechts een levensverhaal.
Lees een filosoof, publiekelijke afgemaakt.
Waarom?
Vrijdenkers steken hun hoofd boven het maaiveld.
Daar is geen ruimte, slechts ruimte van wat de massa denkt.
Las vandaag dat we midden in een grote transitie zitten.
Van het Cartesiaanse* tijdperk ‘Ik denk, dus ik ben’ naar
het empathisch tijdperk van ‘jij bent, dus ik ben’.
Is dat zo?
Is het niet juist de rechtvaardiging van mijn denken dat ik besta?
En ‘jij bent, dus ik ben’ zoiets als het ‘neo-socialistisch’ denken?
Het nieuwe correcte denken tegen de achtergrond van het vluchtelingen debat.
Maar goed geniet van het zonnetje vandaag.
Morgen regent het wellicht.
Jij bent, dus ik ben en staan we samen in de regen.
Dus ik besta denk ik dan…

*Cartesiaanse: filosofie van Descartes.


Reacties