Tijd
Het is tijd dacht de reiziger.
Hij keek naar de sporen die hij achterliet in het zand.
De warme Sirocco (woestijnwind) verwiste zijn sporen.
Alsof hij nooit op die plaatsen is geweest.
De sporen in zijn ziel vervaagden echter niet.
Sterker nog, door de Sirocco verschenen ze aan de oppervlakte.
Gebrandmerkt door de tijd.
Sporen die hem maakten zoals hij is.
De reiziger werd zich steeds meer bewust van zijn doel.
De ontberingen tijdens zijn reis hadden een reden.
Te herkennen wie hij was.
Waarvoor hij er was.
De reiziger stond voor een keuze.
Welke richting zou hij kiezen?
Zou hij zich mee laten voeren door de Sirocco?
De droge alles verzengende hete woestijnwind?
Had hij eigenlijk een keus?
Zijn doel nog niet bereikt.
Dus nee.
De barre reis tegen de sirocco in hadden hem vermoeid.
En toch kwam hij steeds daar waar hij wilde zijn.
Echter er bleef één plaats.
Wat weerhield hem?
Ja wat……